Toen Barbara Vreede ging studeren schreef ze zich in voor psychologie, schreef zich weer uit, had een identiteitscrisis van een paar uur, en luisterde toen braaf naar haar vader die suggereerde dat biologie misschien een goede optie was.
Hij had gelijk.
Tijdens haar studie werd ze gegrepen door de evolutionaire ontwikkelingsbiologie (evo-devo), en deed onderzoek aan vissen en vlinders in Leiden, en duizendpootjes in
Galway, Ierland. Eenmaal klaar met haar masters reisde ze af naar
Lissabon, Portugal, waar ze met behulp van vele vliegensoorten probeerde uit te zoeken hoe nieuwe structuren worden gemaakt in de evolutie. In 2012 promoveerde ze. Inmiddels werkt ze in Amerika, als postdoc aan
Indiana University in Bloomington.
Hoewel ze zich bovenmatig hecht aan haar onderzoeksobjecten is ze ervan overtuigd dat als je onderzoek doet in de evolutiebiologie, het model er niet toe doet: het gaat om de grote vragen.