
Men neme een kadaver, wat chirurgisch gereedschap, electroden en een apparaatje dat een zwakke wisselstroom uitzendt (transcranial Direct Current Stimulation (tDCS)). Het lijkt op het plot van een slechte horrorfilm, maar dit zijn de ingrediënten van het nieuwste experiment van de New Yorkse neurowetenschapper Gyorgy Buzsáki waarmee hij kortgeleden het publiek op het jaarlijkse congres van de Cognitive Neuroscience Society verraste.
tDCS is een hersenstimulatie methode waarmee je hersenfunctie kan beïnvloeden, zodat je bepaalde cognitieve prestaties kunt verbeteren. Tenminste, dat is de hoop van veel neurowetenschappers die ermee werken. De werkelijkheid blijkt wat weerbarstiger, de meeste bevindingen lijken niet repliceerbaar en er is nog weinig bekend over wat de methode precies bewerkstelligt in het menselijk brein.
Buzsáki, een beroemd en gerespecteerd neurowetenschapper, bedacht een inventieve manier om te meten hoe goed tDCS eigenlijk werkt. Hiervoor moet je binnenin het brein meten, iets wat bij een gemiddelde proefpersoon onmogelijk is gezien het betekent dat er electroden in het brein zelf geplaatst moeten worden. Dit gebeurde tot nog toe bijvoorbeeld wel bij dieren, maar omdat hun anatomie in bepaalde opzichten wel erg verschillend van de onze is zijn de resultaten niet makkelijk generaliseerbaar naar mensen.
Dus, waarom niet met een kadaver? Zelfde anatomie, maar dan met de mogelijkheid om electroden in hersenweefsel te plaatsen. En zo geschiedde, en de resultaten waren niet mals. Slechts zo’n 10% van het tDCS signaal bleek in de hersenen zelf terecht te komen. De overige 90% werd verspreid over huid en schedel. Dit percentage is wel wat lager dan wat veel neurowetenschappers tot nog toe dachten, al waren er zeker nuchterdere wetenschappers die al een tijd pleitten dat tDCS dergelijke en andere limitaties had.
Vormen deze resultaten een reden om alle tDCS-bevindingen direct in de prullenbak te gooien? Nee, 10% is nog steeds 10% en sommige tDCS-effecten zijn wel degelijk gerepliceerd. Bovendien is dit experiment van Buszáki nog niet gepubliceerd en kunnen de resultaten dus niet grondig geëvalueerd worden door de neurowetenschappelijke gemeenschap. Voordat dat gebeurd is, is er niet direct reden tot paniek. Wel tot een scherpe discussie in het veld over de staat van het huidige tDCS onderzoek en hoe we dit kunnen verbeteren voor de toekomst!
11.05.2016
11:27
“Dit gebeurde tot nog toe bijvoorbeeld wel bij DIEREN, maar omdat hun anatomie in bepaalde opzichten wel erg verschillend van de onze is zijn de resultaten niet makkelijk generaliseerbaar naar mensen.
Dus, waarom niet met een KADAVER? Zelfde anatomie, maar dan met de mogelijkheid om electroden in hersenweefsel te plaatsen.”
-
Wie het snapt mag het zeggen.
29.04.2016
17:49
Het is toch wel opvallend, dat veel mensen de neiging hebben, om ‘de realiteit’, vanuit slechts één oogpunt te bekijken, waarmee die realiteit ook vorm gegeven kan worden. Misschien komt dat tegenwoordig wel, omdat causaal denken in de fysieke wereld zo krachtig is. Maar ook op andere manieren heerst dit idee.
Als voorbeeld, de enige traditionele manier waarop een werkgever rijk kan worden, is om door veel werk te laten verzetten door werknemers. En het is voor een werkgever dus heel aantrekkelijk, om een werknemer als een object te zien, waarmee je een ‘functioneringsgesprek’ kunt voeren, om zijn of haar ‘productiviteit’ te verhogen.
Nu is een werknemer natuurlijk nog veel meer als iemand die werkt, zij kan ook lachen, dansen, liefhebben, sporten, geloven, en nog veel meer. Maar voor een werkgever, is de enige relevante essentie van een werknemer, dat hij of zij winstgevend werkt.
Voor sommige wetenschappers, is de essentie van de mens (interacterende) materie en energie. Volgens mij komt dit, omdat dit in wetenschappelijke zin het enige is, dat goed meetbaar en kwantificeerbaar is, met behulp van apparaten die zelf ook uit materie en energie bestaan. Wat daarbij opvalt, is dat de modellen die mensen voor bijvoorbeeld hersenen hebben, gelijklopen met het niveau van de wetenschap zelf.
Zo werden hersenen lang geleden gezien als een klok, met radertjes, in de jaren 80 spraken veel mensen over hun geheugen als ‘een harde schijf’, en nu met cloud computing, worden hersenen veelal gezien als ‘een netwerk’. Sommige wetenschappers zullen zeggen, dat het de materie van de hersenen is, die zorgt voor gedachten, waarbij die gedachten weer ‘terugkoppelen’ naar die materie. Maar ik zou zeggen, dat dit hetzelfde niveau is als de gedachte van een klok, volgens mij raak je daarmee niet aan de essentie van een mens.
Als je in een put zit, kun je jezelf niet aan je eigen haren uit die put trekken. Maar je kunt wel iets creatiefs verzinnen, waardoor je toch uit die put komt. Je zou kunnen zeggen, ja, maar uiteindelijk ben je toch afhankelijk van de zwaartekracht, en dat klopt. Maar de menselijke geest, wordt niet beperkt door tijd, of ruimte, of zwaartekracht, het voorstellingsvermogen van ons is in essentie onbeperkt. En je zou kunnen zeggen, ja, maar naarmate je ouder wordt, nemen die eigenschappen af, en ben je dus toch weer afhankelijk van materie en energie. Maar ik vind dat hetzelfde argument, als zeggen dat drie glazen bier invloed hebben op je hersenen. Dat klopt wel, maar volgens mij raak je daarmee niet aan de essentie van de mens.
Is een mens die ’s nachts zonder coherente gedachten slaapt minder waard dan overdag, als zijn gedachten scherp zijn? Vrijwel alle werkgevers zullen zeggen van wel. Ik zou zeggen van niet.
En zoals slapen en wakker zijn, aspecten van één en dezelfde mens zijn, horen de ‘verweven’ fysieke en spirituele kant van de mens volgens mij ook bij elkaar.
Maar ja, dan komen we weer uit bij een oud dogma dat sommige wetenschappers hanteren: wat niet fysiek gemeten kan worden, heeft geen reële waarde.
26.04.2016
22:13
Inderdaad, daar heeft het zeker iets van weg!
26.04.2016
09:25
Doet me denken aan hersenaktiviteit in dode zalm