Vertrouwen in de wetenschap
Verschenen in Columns en Opinie, Focus, Volkskrant

Wetenschappers maken zich zorgen over het gebrek aan vertrouwen van burgers in de wetenschap. Maar vertrouwen wetenschappers de burgers wel?
Hoe kan de wetenschap het vertrouwen van de burger terugwinnen? Deze vraag stond centraal in een debatreeks die de afgelopen maanden werd gehouden op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Fraudegevallen, gevaarlijke technologieën en belangenverstrengeling zouden de autoriteit van wetenschap hebben aangetast. De wetenschap, zo is het vertrekpunt, verkeert in een vertrouwenscrisis.
Maar is dat wel zo? Uit onderzoek van het Rathenau Instituut en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) blijkt dat burgers wel degelijk vertrouwen hebben in de wetenschap. De wetenschap wordt meer vertrouwd dan ieder ander instituut, of dit nu de media, het bedrijfsleven, de overheid of de rechtspraak betreft. Zelfs onder burgers met een groot gevoel van onbehagen wordt de wetenschap nog altijd veel vertrouwen toegedicht.
Als burgers wel degelijk vertrouwen hebben in de wetenschap, waarom hebben we deze discussie dan eigenlijk? Deels komt dit door ervaringen uit het buitenland. Volgens het onderzoek van het Rathenau Instituut en de WRR is in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten het vertrouwen in de wetenschap bijvoorbeeld een stuk minder stabiel dan in Nederland. Ook blijkt dat het vertrouwen van burgers in de wetenschap niet onvoorwaardelijk is. Het vertrouwen neemt bijvoorbeeld flink af wanneer het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de overheid of het bedrijfsleven. Aangezien wetenschappers steeds vaker hun oren moeten laten hangen naar de overheid en vooral het bedrijfsleven, kunnen we in de toekomst een afname in vertrouwen verwachten.
Toch is het op zijn minst ironisch te noemen dat terwijl degelijk onderzoek aantoont dat burgers vertrouwen hebben in de wetenschap, wetenschappers hardnekkig blijven geloven dat de burgers hen wantrouwen. Zou het niet kunnen dat wetenschappers de burger niet vertrouwen, in plaats van andersom?
Onderzoek naar het beeld dat wetenschappers hebben van burgers bevestigt dit beeld. Menig wetenschapper ziet de burger vooral als iemand die veel moeite heeft om complexe onderwerpen te begrijpen. De standaardreactie op kritische burgers is dan ook om het onderzoek nog eens goed uit te leggen, in simpele termen, met pakkende voorbeelden. Burgers moeten wetenschappelijk worden opgevoed.
Maar in veel gevallen komen de zorgen van burgers juist helemaal niet voort uit een misverstand. Burgers die bijvoorbeeld sceptisch zijn over onderzoek ter bevordering van de vele kunstmatige toevoegingen aan ons voedsel omdat ze zich zorgen maken over de culturele waarde van voedsel of de macht die grote bedrijven krijgen over de productie van dat voedsel, kun je niet altijd overtuigen door de veiligheidsprocedures uit te leggen, of door nogmaals te wijzen op de mogelijke voordelen van dat onderzoek.
De veronderstelling van wetenschappers is echter vaak dat zolang burgers maar leren hoe de wetenschap werkt, het vertrouwen vanzelf wel volgt. De mogelijkheid dat burgers wel eens legitieme zorgen kunnen hebben, wordt daarmee per definitie gediskwalificeerd als onwetendheid. Niet bepaald een beeld waar veel vertrouwen uit spreekt.
In plaats van de burger nog eens goed uit te leggen hoe wetenschappers te werk gaan, kan het feit dat burgers voorwaarden stellen aan hun vertrouwen, ook worden gezien als een gezond inzicht: immers, burgers zien ook wel dat onderzoek voorkomend uit samenwerking met de overheid of het bedrijfsleven niet altijd hun belang dient. Dat de wetenschap weliswaar uit de ivoren toren stapt, maar vervolgens de oren teveel laat hangen naar het bedrijfsleven. Dat de Nederlandse topsectoren die de wetenschap ten dienste stellen aan de economie een wel erg magere interpretatie vormen van het maatschappelijke belang. Dit zijn allemaal zorgen die niet kunnen worden weggenomen door het onderzoek nog eens goed uit te leggen, maar die het wel verdienen om serieus genomen te worden.
Kortom: vertrouwen komt van twee kanten. Men kan moeilijk verwachten dat burgers de wetenschap vertrouwen wanneer diezelfde wetenschap de burger wantrouwt. Ook dat moet onderdeel zijn van een discussie over vertrouwen en wetenschap.
20.06.2014
23:52
Stephen Hawking geeft aan volgens nu.nl (veel gelezen site door burgers): Iedere burger moet zich verdiepen in de voornaamste theorieën van de wetenschap, om een te grote invloed van experts te voorkomen.
En dan denk ik wel namens de burger te kunnen spreken, doei, vertrouwen.
Dit is het domste statement wat ik van Hawking gelezen heb. De burgers betalen wetenschap, en vervolgens moeten ze het zelf gaan doen. Gewoon een wereldvreemde conclusie.
Totaal negerend dat genoeg burgers niet eens die capaciteit hebben. Hoe die mensen verantwoordelijk stellen?
Zeker op zijn vakgebied, vaak genoeg is er al gezegd dat de theorie niet eens te begrijpen valt. Waarom stelt wetenschap dan burgers verantwoordelijk?
31.05.2014
17:01
“Dat de wetenschap weliswaar uit de ivoren toren stapt, maar vervolgens de oren teveel laat hangen naar het bedrijfsleven. Dat de Nederlandse topsectoren die de wetenschap ten dienste stellen aan de economie een wel erg magere interpretatie vormen van het maatschappelijke belang. ”
Volgens mij willen ‘wetenschappers’ hun oren helemaal niet laten hangen naar het bedrijfsleven, dat wordt ze opgedrongen door de (niet-wetenschappelijke) overheid. De topsectoren zijn ook niet bedacht door wetenschappers, maar ja, je moet wat als iedereeen roept dat je alleen maar je hobby/lpassie mag uitoefenen als er een maatschappelijk belang mee gediend is (en dan het liefst op heel korte termijn, bijvoorbeeld gisteren).
30.05.2014
21:58
Ook hier lees je dat we eigenlijk verleerd hebben om objectief te communiceren, geld (winstmaximalisatie) en macht (politiek) drukken steeds meer hun stempel op ons leven. Dat dit leidt tot wantrouwen is niet vreemd, vreemder is het dat communicatie, – en dan niet die gelikte communicatie van professionals-, op weinig agenda’s voorkomt. Gewoon kunnen zeggen waar het op staat is ondergeschikt, we doen steeds meer ‘alsof’. Ik zie dat als de echte verarming van onze samenleving.
30.05.2014
16:36
Mooi geschreven, Koen!
Voor veel wetenschappers, is wetenschap niet alleen een beroep, maar ook het enige relevante kader, waarbinnen alles wat wij ervaren, geplaatst moet worden. Dat mensen ook andere kaders hebben, zoals een geloof of filosofie, waarmee zij de wereld beschouwen, wordt al snel afgedaan, als niet relevant.
Nou ja, wel relevant, maar alleen binnen het wetenschappelijk kader. Zodra iemand zijn of haar geloof langs of zelfs boven de wetenschap plaatst, is dat voor veel wetenschappers een reden tot diep wantrouwen. De houding lijkt dan al snel te zijn: als je maar net zoveel wist als ik, zou je wel inzien dat je fout zit.
En de burger reageert daar natuurlijk ook met wantrouwen op.
Verder heeft de wetenschappelijke methodiek ons veel mooie dingen gebracht, maar de gedachte, dat wij er onderhand meer last dan baat van krijgen, is voor wetenschappers ‘ondenkbaar’. Het is tenslotte hun beroep, hun carrière, hun filosofie, en soms hun geloof waar we het nu over hebben.
Een belangrijk probleem met wetenschap is volgens mij dat veel gewone mensen het ervaren als een voortsnellende trein, waar wij niet meer vanaf kunnen springen, en dus krijgen ze het gevoel dat we als lemmingen met z’n allen naar de afgrond rennen.
Als er nu geen enkele nieuwe wetenschappelijke kennis meer bij zou komen, zouden wij en volgende generaties met gemak kunnen overleven. Duizenden jaren lang. Maar als wetenschappers door mogen blijven gaan, met name op bio- en medisch gebied, dan ben ik daar niet zo zeker van. En ik denk dat veel gewone burgers dit zo ervaren.
Het wantrouwen van de burger is dus misschien wel gewoon terecht.
30.05.2014
12:04
Fijn stuk. Helemaal mee eens.