Waarom de zaak Vaatstra niet als aanleiding voor DNA-promo mag dienen
Verschenen in Focus, Nieuws, Volkskrant
“Ik laat niets los, dus ernaar vragen heeft geen zin.” Directeur Peter de Knijff van het Forensic Genomics Consortium maakte het gelijk maar even duidelijk: op het Life Science Momentum 2012 – de dag na de aanhouding van Jasper S – kregen we niets te horen over de zaak-Vaatstra. “Ik gebruikte de zaak altijd als voorbeeld, maar vandaag dus even niet.” Hij wijdde uit over forensisch onderzoek, over kwetsbaar DNA, en over tijdsbepalingen van misdaden. Maar niet over Vaatstra.
De Knijff was niet de enige die erover zweeg. Ook bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) – waar de 100%-match werd gevonden – sloten de gelederen zich. Media kregen alleen de woordvoerders te spreken; de echte experts waren niet beschikbaar voor commentaar. En dus lieten de media B-teams aanrukken. Hierin zaten ook experts, maar van een ander kaliber. Uit een ander vakgebied. Of gewoon minder goed.
- “Goedemiddag meneer Vrijenhoek, met HoeZo? Radio. Wij zouden u graag in de uitzending hebben aanstaande vrijdag.”
“Leuk. Dat doe ik graag. Waarover gaat het programma?”
- “Over DNA-databanken.”
“DNA-databanken? Is dat naar aanleiding van Vaatstra?”
- “Ja, nee, de aanleiding is natuurlijk de zaak-Vaatstra, maar daar is al genoeg over gezegd. Nee, wíj kijken verder, en willen vooral de mogelijkheden van DNA belichten.”
“Dat is mooi, dan zou ik graag inzetten op de medische toepassingen van DNA; daarover kan ik uitgebreid vertellen.”
- “Oké, dat ga ik even overleggen met de redactie. Ik bel u zo snel mogelijk terug.”
Ik hoefde niet meer te komen.
Veel anderen zijn wel ergens aangeschoven. De afgelopen weken wemelde het van de forensisch psychologen, hoogleraren criminologie, wetenschapsjournalisten, misdaadjournalisten, hoogleraren toxicologie, Fokke en Sukke, ervaringsdeskundigen, psychiaters, hoogleraren rechtspsychologie, en profielschetsers. Allemaal goed in wat ze doen, maar niet direct betrokken bij de zaak. Dat deze deskundologen er niet voor zichzelf zitten maar voor ú, spreekt voor zich – het is de kijker die om informatie en duiding schreeuwt! Gelukkig zijn er wel degelijk scherpe analyses. Zo betoogde Bram Bakker dat het onmogelijk is om iets te zeggen over het psychiatrisch beeld van de ‘dader’ zolang deze nog slechts ‘verdachte’ is. Ook lieten twee advocaten zien hoe Jan Vlug al vroeg in de affaire het lot van zijn cliënt Jasper S. bepaalde. En natuurlijk was er de nationale DNA-databank.
Nu we het daar toch over hebben: 61 procent van de Nederlanders is inmiddels vóór. Natuurlijk! Een manier om misdaden op te lossen, en slachtoffers van rampen te identificeren; daar kun je moeilijk tegen zijn. Toch? Nou ja, 39 procent van de Nederlanders is dat dus wel. Waterdichte betogen en overtuigende argumenten ten spijt, de angst voor privacy-schending of grove dwalingen blijft. Twee punten van zorg overheersen op de publieke fora: privacy, en toegang voor zorgverzekeraars.
Pardon? Zorgverzekeraars? U denkt toch niet dat ze met DNA…? En dat ze dan uw premie …? Maar u beseft toch wel dat zorgverzekeraars niets kunnen met een forensisch DNA-profiel? Dat is u nooit verteld? Onmogelijk!
Laat ik duidelijk zijn: ‘het DNA-profiel’ bestaat niet, net zomin als ‘de consument’ of ‘de politiek’ bestaat. We kunnen uw hele DNA aflezen – dat is waar – maar dat is voor veel toepassingen helemaal niet handig. Voor identificatie van personen is maar een klein deel van het totale DNA informatief. En dat is een ander deel dan wat er nodig is voor medische toepassingen. Hoewel beide toepassingen overeenkomsten vertonen – isolatie uit bloed, sperma of speeksel, en gebruik van dezelfde meetapparatuur – liggen de wensen voor het uiteindelijke profiel mijlenver uit elkaar. Simpel gezegd willen forensisch genetici een grote berg van een beperkt aantal DNA-codes, terwijl de medisch genetici het vaak met een lagere berg in een breder zoekgebied afkunnen. Precisiebommen versus een schot hagel. En dus is een DNA-ID-profiel geen DNA-gezondheids-profiel. Combineren kán wel, maar alleen achteraf, als beide profielen al gemaakt zijn. Ik herhaal: een buisje spuug resulteert slechts in een van beide.
Slecht plan dus, bespiegelingen van een medisch geneticus over forensische DNA-databanken. Het leidt tot verwarring, zeker wanneer de forensisch experts niet meedoen. Meedoen aan de Vaatstra-hype is dan een beetje als de Tour winnen omdat Armstrong uitgeschakeld is.
11.12.2012
15:29
Helaas klopt e.e.a. niet in uw weergave. Maandag 19 november wachtten politie en OM op de bevestiging van het NFI dat het inderdaad een match betrof met het materiaal dat na het misdrijf was aangetroffen. Die bevestiging werd wereldkundig gemaakt in de persconferentie aan het einde van de dag. Gedurende die dag heeft het NFI vele media te woord gestaan. Na de persconferentie ‘s avonds en in de dagen erna waren deskundigen van het NFI beschikbaar voor een toelichting en werden zij veelvuldig geraadpleegd. Op zaterdag 24 november was een deskundige van het NFI aanwezig bij het tv-programma Debat op 2 om een toelichting te kunnen geven op DNA-onderzoek. Echter, uitspraken over de (on)wenselijkheid van een landelijke databank voor alle Nederlanders zijn aan het maatschappelijk debat en de politiek.
Dat ‘het DNA-profiel niet bestaat’, was een van de boodschappen die inderdaad nog duidelijker naar voren gebracht (en overgenomen!) had mogen worden in de discussies die week.
03.12.2012
19:33
Beste Terry,
De zaak Vaatstra bewijst dat je met DNA een speld in een hooiberg kan vinden.
In deze zaak zijn zo’n 8000 mannen opgeroepen (volgens mij in feite verdacht verklaart), en de reden daarvoor was, dat zij zich binnen een straal van een paar kilometer van de plaats delict bevonden.
Als het DNA-ID-profiel van iedereen in Nederland echter opgeslagen zou zijn, dan zou je dat niet meer hebben, want dan is iedereen verdachte. Maar toch vind 39 procent van alle Nederlanders een landelijke DNA-databank geen goed idee. De redenen daarvoor, zo schrijf je, zijn privacy-schending en grove dwalingen. Dat klopt ook wel, maar voor mij zijn dat toch niet de belangrijkste redenen.
Stel dat een vrouw een relatie aangaat met een man, waarbij zij weet dat hij haar in de kern niet vertrouwt. Dat lijkt me een moeizame relatie, vooral als die vrouw zelf eerlijk is, en er later achter komt, dat die man allang niet perfect is, en zelf niet altijd even betrouwbaar is. Uiteindelijk houd een dergelijke relatie volgens mij geen stand, en hetzelfde krijg je volgens mij met een overheid, die haar burgers bij voorbaat voor verdachte verklaart.
Daar komt ook nog eens bij, dat criminelen van lieverlee zullen inspelen op de nieuwe techniek, en valse sporen zullen achterlaten. En die sporen zijn volgens mij makkelijk te krijgen, in de vuilnisbak van een kapper, een ziekenhuis, of een bordeel.
Maar hoogstwaarschijnlijk zullen politici zich wat DNA-databanken betreft door geld laten leiden. Zodra de kosten van het opslaan van alle Nederlandse DNA-ID-profielen goedkoper is dan de kosten van de huidige opsporingsmethoden, dan komt die databank er.
Maar ja, ben ik nu cynisch, of gewoon realistisch? Dat is de vraag.