Moet er bij mannen ook iets gaan rammelen als ze ouder worden?
Verschenen in Nieuws

Steeds meer vrouwen willen eerst carrière maken voordat ze aan kinderen gaan denken. Jarenlang voelt het voor velen alsof ze alle tijd hebben om aan zelfontplooiing te doen en gewoon een leuke tijd te hebben. Maar dan zijn daar opeens die spreekwoordelijk rammelende eierstokken. Het is algemeen bekend dat de kans op een gezonde baby afneemt als de moeder richting 40 gaat. Voor mannen is dit anders; zij kunnen tot op late leeftijd vader worden. Maar is dit werkelijk zonder risico’s?
Een recente in Nature gepubliceerde studie onder een groep IJslandse ouder-kind-trio’s toont aan dat de leeftijd van de vader bij de conceptie gevolgen heeft voor het aantal nieuwe mutaties in het nageslacht. Mutaties zijn veranderingen in de volgorde van de nucleotiden, de bouwstenen van ons DNA. De nucleotidenvolgorde bepaalt welke eiwitten gemaakt worden en is dus cruciaal voor het goed functioneren van ons lichaam. Sommige mutaties hebben geen merkbare gevolgen. Andere mutaties kunnen nuttig zijn voor de evolutie van een soort: door veranderingen raakt een soort mogelijk beter aangepast aan de omgeving. Als een nieuwe eigenschap de overlevingskansen vergroot, zal dit tot selectie voor die mutatie leiden. Maar een mutatie kan ook nadelige gevolgen hebben wanneer het eiwit waarvoor de DNA-nucleotidenvolgorde waarin de mutatie zich bevindt codeert, niet meer goed functioneert of zelfs niet meer gemaakt wordt.
Sinds het menselijke genoom in kaart is gebracht, is het relatief gemakkelijk om DNA te analyseren. Eerder waren studies vooral gericht op specifieke mutaties die in individuen voorkomen. Tegenwoordig kunnen met nieuwe technologieën de complete nucleotidenvolgordes van vele mensen tegelijk worden onderzocht.
In de IJslandse studie werd specifiek gekeken naar mutaties waarbij slechts één nucleotide was veranderd in het kind, ten opzichte van de beide ouders. Dat betekent dat de mutatie in de eicel, de zaadcel of in het embryo moet zijn ontstaan. De onderzoekers beschrijven dat vaders vier keer zo vaak een mutatie doorgeven aan het nageslacht als moeders. Een vader van twintig geeft gemiddeld 25 mutaties door, terwijl het er 65 zijn als hij 40 is ten tijde van de bevruchting. Een moeder geeft gemiddeld vijftien mutaties door, ongeacht haar leeftijd.
Dit verschil is zeer waarschijnlijk te verklaren doordat een man gedurende zijn leven spermacellen blijft aanmaken. Voorlopercellen blijven zich delen tot zaadcellen, waarvoor het DNA gekopieerd moet worden. Dit gaat vaak gepaard met fouten, die meestal, maar niet altijd, gecorrigeerd kunnen worden. Als een kopieerfout niet hersteld wordt, is een mutatie het gevolg. De vele celdelingen gedurende een mannenleven kunnen dus veel mutaties opleveren. Bij vrouwen verloopt de aanmaak van geslachtscellen anders: bij hen zijn alle eicellen al bij de geboorte aanwezig. Deze blijven wachten tot ze nodig zijn, zonder delingen te ondergaan. Het risico op mutaties wordt daarmee aanzienlijk beperkt.
Hoe meer mutaties in zaadcellen zijn ontstaan, hoe groter de kans dat ze worden doorgegeven aan het nageslacht en hoe groter de kans dat er een mutatie met nadelige gevolgen tussen zit.
Recent is een link gevonden tussen de leeftijd van de vader bij conceptie en het risico op het krijgen van een kind met autismespectrumstoornissen of schizofrenie. Interessant genoeg hebben de IJslandse onderzoekers een aantal specifieke nieuwe mutaties geïdentificeerd waarvan al een link met condities als schizofrenie of autismespectrumstoornissen was beschreven.
Andere processen spelen ongetwijfeld ook een rol, en het genoom van de moeder gaat ook niet helemaal vrijuit. Maar deze studie toont aan dat de leeftijd van de vader verreweg de belangrijkste factor is die bepaalt hoeveel nieuwe mutaties in het kind voorkomen, en daarmee hoe groot de kans is dat het kind lijdt aan condities als schizofrenie en autismespectrumstoornissen.
Dit is de eerste grote studie die dit soort effecten in detail heeft bestudeerd. Als het effect van de leeftijd van de vader voor de gezondheid van het kind wordt bevestigd in andere studies en substantieel blijkt, kan het verstandig zijn voor mannen om sperma in te vriezen voor later gebruik. Aan de andere kant zou dit betekenen dat we de natuurlijke selectie in de weg gaan staan. In veel Westerse samenlevingen stijgt de leeftijd waarop mannen kinderen krijgen, zoals we nu weten met alle mutaties van dien. Hoewel mogelijk met vervelende gevolgen voor de volgende generatie, op populatieniveau kan een verhoogde frequentie van mutaties voordelig zijn; we hebben immers mutaties nodig voor natuurlijk selectie – en daar wordt de mensheid als geheel op den duur beter van.
28.09.2012
14:15
@Pamila
Ik zal zo vrij zijn om jouw vraag te beantwoorden. Mutaties zijn typisch ongericht. Dat wil zeggen dat ze plaatsvinden, ongeacht of ze goed of slecht zijn. Het feit dat de man in jouw voorbeeld heel zijn leven in Europa heeft gewoond, heeft dus geen enkel effect op het type mutaties dat hij maakt. Zoals gezegd, het overgrote deel van de mutaties zijn onbelangrijk (neutraal) of slecht nieuws. Voordelige mutaties zijn zeldzaam, dus die gaan pas aantikken na vele generaties evolutie. Een schrale troost voor jouw Zuid-Amerikaan.
28.09.2012
14:02
Judith zei: [...]ik denk dat het slim of ieder geval interessant is om in te zien dat er op populatieniveau nog andere zaken spelen.
Helemaal mee eens, vandaar mijn opmerking
26.09.2012
22:11
Is het dan ook niet een voordeel dat er mutaties ontstaan.Bijvoorbeeld een mutatie die door de man is aangemaakt.Bijvoorbeeld een Zuid amerikaanse man die geboren is in Europa en ze hele leven gewoond heeft in Europa.Hierdoor mutaties ontstaan in positive zin die zijn nageslacht betere overlevings(genetisch) kansen doorgeeft in Europa.
26.09.2012
19:03
@Corneel. Ik snap je punt, en ik had door dat je ‘t snapte.
Voor het individu is het inderdaad geen argument, maar ik denk dat het slim of ieder geval interessant is om in te zien dat er op populatieniveau nog andere zaken spelen.
Of we genoeg mutaties overhouden voor adaptieve evolutie als we de huidige stroom gaan beperken door het invriezen van sperma, kan niemand beanwoorden.
26.09.2012
12:18
@Judith
Bedankt voor je antwoord. Ik weet dat niet alle mutaties nadelig zijn, maar dat was mijn punt niet. Ik wilde alleen aangeven dat de huidige instroom van voordelige mutaties voldoende “brandstof” geeft voor adaptieve evolutie. Het belemmeren van natuurlijke selectie kan dus geen argument zijn tegen het invriezen van sperma.
25.09.2012
16:16
Hoi Corneel, dank voor je reactie.
Op de korte termijn en op individueel niveau gaat de voorkeur inderdaad uit naar minder genetische aandoeningen, stel dat we een keuze zouden hebben.
Maar dat wil niet zeggen dat mutaties, op populatieniveau en op de langere termijn, alleen maar nadelig zijn. Die paradox wilde ik aangeven. Zonder mutaties waren we immers niet wie of hoe we nu zijn.
25.09.2012
15:26
@Judith
Grappig stuk, maar het vermeende dilemma in de laatste paragraaf bestaat volgens mij niet. Je schreef:
we hebben immers mutaties nodig voor natuurlijk selectie – en daar wordt de mensheid als geheel op den duur beter van
Maar is het niet onwaarschijnlijk dat het ontstaan van mutaties limiterend is voor adaptieve evolutie in mensen? Bovendien zijn verreweg de meeste mutaties neutraal of schadelijk. Het reduceren van het aantal genetische aandoeningen lijkt me een veel belangrijker argument dan het mogelijk bevorderen van natuurlijke selectie.