
Een paar maanden terug woedde hier op sciencepalooza een heftig debat over ADHD en het stempel ‘hersenaandoening’. Een ingezonden column van neuropsychologen Sarah Durston en Patrick de Zeeuw, waarin ze uitlegden waarom ADHD met het inzicht van onze moderne tijd gezien mag worden als hersenaandoening, stuitte op kritiek van klinisch psycholoog Jan Derksen. Uit de discussie die volgde bleek eigenlijk vooral hoe beladen het onderwerp is. Een label als ‘ADHD’ heeft al een impact, en daar het concept ‘hersenaandoening’ aan verbinden brengt nog meer emotie naar boven.
In het licht van die discussie is het volgende filmpje een aanrader. Het is een lezing (in het Engels) van de Amerikaanse psychiater Allen J. Frances, één van de samenstellers van hét handboek voor de psychiatrie, de DSM (IV). De hoofdlijn van zijn verhaal gaat over het gevaar van overdiagnosticeren: het effect wat een psychiatrisch label kan hebben op (bijvoorbeeld) het leven van iemand die misschien gewoon door externe omstandigheden in een dip is beland, of een kind dat minder goed mee kan komen met de rest van de klas. De conclusie van de lezing (“Pas op voor overdiagnostiek”) valt echter in het niet bij de argumentatie op zich: waarin verschilt een diagnose van een overdiagnose? Wat is nu écht de rol van een diagnose, en de waarde ervan? De nuance en de doordachtheid van het hele verhaal maken het absoluut de moeite waard voor iedereen die geïnteresseerd is in psychiatrische diagnostiek, van depressie en autisme tot psychose en schizofrenie.
De lezing is trouwens ook gewoon als .mp3 te downloaden, en dat is voor een verhaal van bijna een uur geen overbodige luxe. Zet ‘m op de ipod, voor welkome afleiding in de file, of (voor mijn collega-wetenschappers/labslaven) tijdens het pipetteren!
19.05.2012
16:43
Ik heb met aandacht naar het verhaal van dokter Frances geluisterd. En wat me vooral opviel, is hoe menselijk ook artsen zijn. Natuurlijk willen deze mensen hun patiënten helpen. En natuurlijk staan ze bloot aan de verleidingen van de farmaceutische industrie. En natuurlijk willen ze voldoen aan de eis van bezorgde ouders, die de vraag stellen: wat heeft mijn kind? En natuurlijk is er de neiging om de kracht van medicijnen te gebruiken, ook als hulpmiddel.
Ik heb er geen enkele twijfel aan, dat er kinderen zijn, die medicijnen nodig hebben, los van het feit dat sommige ouders beter zijn in kinderen opvoeden, dan andere ouders. Maar terzelfder tijd, vind ik dat dit soort medicijnen nooit de moderne variant van “Mother’s Little Helper” mogen worden.
De opmerking van de Rolling Stones over dit onderwerp is volgens mij vandaag nog even geldig als in 1966, toen dit liedje uit kwam. En dat geeft wel aan, dat sommige dingen en neigingen niet zoveel veranderen in een maatschappij.