Politisering bloeddonatie: een zuiver motief?
Verschenen in Columns en Opinie, Focus, Volkskrant
Begin april nam de Kamer een motie aan waarin aangedrongen wordt om de bloedbanken te verplichten ook bloed van mannen die seks hebben met mannen te accepteren voor donatie. Is dit een overwinning op de homodiscriminatie of victorie voor de ongenuanceerde scorebordpolitiek?
‘We schatten nu in dat wij als bloedbank Sanquin een keer per tien jaar iemand met HIV besmetten via het bloed, en ik schat dat dat ongeveer vijf á tien keer zo groot zal worden als we de koers omgooien.’ Dat zei viroloog Hans Zaaijer op 4 april in Pauw en Witteman over de gevolgen van het voor mannen die seks met mannen hebben openstellen van het bloeddonorschap.
Beleid veroorzaakt altijd een multitude aan effecten, maar is het echt zo dat een meerderheid van de Nederlandse volksvertegenwoordigers een maatregel wil steunen die twee tot vier mensen per regeringsperiode met HIV zal opzadelen? Waarom zou het ‘recht’ op bloeddonatie zwaarder wegen dan de gezondheid van bijvoorbeeld een jonge vrouw die na de bevalling flink nabloedt, en via de hierdoor noodzakelijke bloedtransfusie onnodig haar leven lang met HIV of een ander virus wordt opgescheept?
Dikke naald
Terwijl mensen niet graag belastingbetalen, waterleidingrekeningen ontvangen of op hun beurt wachten bij de huisarts zijn er in Nederland op dit moment ruim genoeg mensen die bereid zijn eens per paar maanden een dikke naald in hun elleboog te laten steken om zich vervolgens een paar uur verslapt te voelen door het bloedverlies – met de kans op flauwvallen nog op de koop toe. Het lijkt misschien wel het zuiverste voorbeeld van altruïsme.
Bloedbanken zijn uiteraard bijzonder blij met dit enthousiasme. Door het goede aanbod van donoren kunnen de bloedbanken zelfs kiezen van welke donor ze het liefst bloed willen ontvangen. Dat doen ze dan ook al jaren, waarbij ze proberen het afgenomen bloed zo goed mogelijk op de patiënten die het vervolgens getransfundeerd krijgen af te stemmen, zonder hun donoren in gevaar te brengen uiteraard. In de praktijk betekent dit dat donoren met ‘gewilde’ bloedgroepen vaker worden opgeroepen en dat de transfusiedienst donoren die een verhoogd risico op besmettingen in hun bloed hebben tijdelijk of permanent niet om hun bloed vraagt. Wie recent in een malariagebied is geweest wordt verzocht pas een aantal maanden later te komen doneren, ook al heeft de persoon in kwestie geen enkele klacht van de ziekte gehad en keurig zijn anti-malariamedicijnen ingenomen. Om de donoren zelf te beschermen kunnen kinderen en ouderen geen donor zijn, en geven vrouwen minder vaak dan mannen.
Deze maatregelen, die erop gericht zijn de veiligheid voor donoren en ontvangers van bloed zo hoog mogelijk te maken, lijken op weinig weerstand te stuiten. Daarom is het des te opvallender dat de Tweede Kamer zich nu als overheid met die veiligheidsmaatregelen wil gaan bemoeien.
Factor tien
Mannen die seks hebben met mannen kunnen op basis van puur epidemiologische gronden momenteel geen bloed doneren. In deze specifieke groep mensen komen volgens prof. Zaaijer in Nederland relatief gezien ongeveer 120 keer zo veel nieuwe HIV-besmettingen voor. Omdat het technisch gezien absoluut onmogelijk is om zo’n net ontstane nieuwe besmetting op te pikken is het bloed van deze groep mensen per definitie veel gevaarlijker dan dat van de gemiddelde donor. Honderd procent veilig wordt het bloed nooit, maar door op basis van statistieken de groep mannen die seks hebben niet te laten doneren verlaagt de bloedbank de kans op overdracht van HIV met een factor tien.
Als mensen als het over bloeddonatie gaat slechts het beste met hun medemensen zouden voorhebben, zouden hoger-risicogroepen dus niet snel het bloeddonorschap opeisen. Het feit dat ze dat wel doen, in politieke dan wel practische zin, suggereert dat de motieven voor donatie niet voor honderd procent zo zuiver zijn als ze lijken.
De vraag waarom mensen bloed geven is nog steeds onvolledig beantwoord. Oppervlakkig gezien lijkt bloeddonatie op puur onbaatzuchtig gedrag, maar bij nauwkeurige beschouwing is er meer dan altruïsme alleen.
Sociaal persoon
Bloed doneren levert ook de donor iets op. Voor reguliere donoren die al honderden keren gegeven hebben kan dat een relatief onschuldige beloning zijn: ze krijgen wat beschreven wordt als ‘een warm gevoel‘, doen het uit religieuze overwegingen of vinden het doneren een gezellig uitje. Een al directere reden kan zijn dat de donor een vriend of familielid heeft die bloed nodig heeft, of omdat de persoon het ziet als een bijdrage aan zijn gemeenschap. Een nog duidelijker voordeel dat donoren noemen is het sociale aanzien dat doneren geeft. Iedere dag kinderen uit de gracht vissen zit er voor de meeste mensen niet in, maar bloed geven is een goed alternatief om je als sociaal persoon te onderscheiden – iets wat bijvoorbeeld met belastingbetalen niet kan, want dat doet iedereen.
Tot slot geeft een deel van de donoren aan dat de gratis bloedtests een groot pluspunt zijn. Daarbij gaat het voor een belangrijk deel om tests die de algemene gezondheid betreffen, maar er zijn ook aanwijzingen dat enkele van de donoren de bloedbank gebruikt om zichzelf op infectieziekten te onderzoeken.
Het lijkt duidelijk dat het geven van bloed voor donoren een gemiddeld genomen grotendeels benevolente actie is. Toch is het de realiteit dat bloedvergieten door het bestaan van virussen, prionen en onbekende pathogenen een riskante bezigheid is, waarbij het zinnig is om bij het organiseren van de donatiestructuur steeds te zoeken naar de bewezen beste manier om de veiligheid van zowel de donor als ontvanger te garanderen. In een land waar veiligheidsgordels, terrorismecoördinatoren en bodyscanners doorgaans de dienst uitmaken is het opvallend dat de veiligheidsmarges van donorbloed zo makkelijk als politiek ruilmiddel kunnen worden ingezet.
24.04.2012
16:46
Voor de volle 100% mee eens! Bloed doneren is een daad die primair gericht moet zijn op degene om wie het gaat: de ontvanger. Diens belang hoort voorop te staan, niet een vorm van eigen belang van de donor (welke dan ook). Bloed geven gebeurt belangeloos en is – ondanks alles wat er aan screenen gedaan wordt – uiteindelijk ook gebaseerd op vertrouwen. Vertrouwen van de bloedbank in de (eerlijkheid van de) donor en vertrouwen van de ontvanger in de (expertise van de) bloedbank. Strijden tegen vermeende discriminatie past daar in het geheel niet bij. En al helemaal niet via de politiek die per definitie met verschillende belangen door elkaar heen bezig is.
Mooi stuk dus, Lucas!
21.04.2012
00:22
@Joost: inderdaad, er is veel meer nuance dan over het algemeen hierover genoemd wordt. Het onderscheid tussen wel- en niet monogame MSM’ers is inderdaad een mogelijkheid die je zou kunnen uitzoeken, maar het feit dat hier iedere keer weer onder tafel verdwijnt is dat de kans statistisch gezien groter is dat een MSM’er in een gegeven jaar HIV oploopt. Onderaan de streep gaat het over kansen, niet over individuele gevallen. Er zijn legio manieren te verzinnen waardoor een individuele, vrouwelijke of mannelijke, monogame of zelfs seksloze heteroseksuele domineesdochter aan de novo HIV kan komen, en die via het donorbloed kan doorgeven. Dat is waarschijnlijk die ene uitzondering die nu voor de ene besmetting per tien jaar verantwoordelijk is. Statistiek gaat echter niet in op het beoordelen van individuele gevallen, maar maakt het mogelijk om het risico per groep te beoordelen.
Wat betreft Spanje en Italië: daar komt HIV vooral bij heteroseksuele mensen voor dus is de situatie wat betreft het groepsrisico echt anders dan in Nederland. Dit is dus niet te vergelijken.
20.04.2012
21:23
@ ljmdbw: uiteraard is het verstrekken van zo veilig mogelijk bloed het belangrijkst. Dat kan nog steeds als je onderscheid maakt tussen monogame en niet-monogame MSM. Als je nuance fijn vindt, waarom noem je dit onderscheid dan niet? En noem je ook niet dat deze nuance ook in de motie staat (http://www.d66.nl/d66nl/nieuws/20120404/motie_dijkstra_bloeddonatie_homo_s), en noem je die motie dan “ongenuanceerde scorebordpolitiek”. Dát is pas ongenuanceerd.
De vergelijking met druggebruikers en prostituees klopt ook niet. Die vertonen risicogedrag, monogame MSM niet.
En het vreemdgaanverhaal: net alsof vrouwen niet besmet kunnen worden door een vreemdgaande man die stiekem seks heeft met een man, of naar de hoeren gaat.
En, nogmaals, het gaat niet om het wel of niet krijgen van niet tastbare beloningen, maar om het tegen gaan van discriminatie.
Trouwens: “In landen als Zweden, Italië en Spanje mogen homo’s die geen risicovolle contacten hebben gehad wel bloed doneren. Daar heeft dit niet geleid tot een verhoogd risico voor de veiligheid van de bloedvoorziening.”
20.04.2012
19:49
De motivatie van deze motie lijkt te zijn, om homodiscriminatie tegen te gaan.
Nu is er een mooi spreekwoord, dat zegt: Regeren is vooruit zien.
Dus, hoe zal de stand van zaken zijn, over 10 jaar? Dat is niet zo moeilijk te voorspellen, in plaats van 1 HIV besmetting, zullen er ongeveer vijf á tien HIV besmettingen zijn. En de statistieken geven duidelijk aan dat dit grotendeels door homoseksuele mannen zal komen. En welke groep mensen zal daar over 10 jaar dus op aangesproken worden? Precies, homoseksuelen. Het is volgens mij dus eenvoudig te voorspellen, dat dit politieke besluit het tegendeel gaat bereiken van wat het beoogt.
20.04.2012
18:18
Een artikel naar mijn hart. Overigens is niet alleen de eclipse periode een bron van zorg, ook de hogere a priori kans op foutnegatieven speelt een rol.
Monogamie is per definitie niet kenbaar; alleen de donor weet of hij/zij seks heeft met anderen. Van de partner is zoiets niet bekend. Ook monogame MSM lopen een verhoogd risico op HIV.
20.04.2012
15:16
@Harold, @Joost: nuance zou heel fijn zijn. In mijn optiek zou de nuance moeten liggen in het afwegen van dit hele verhaal op basis van het einddoel van bloeddonatie: het verstrekken van zo veilig mogelijk bloed voor de ontvangers.
Die ontvangers zouden in mijn optiek centraal moeten staan, niet de gevers. Als het veiliger is om MSM’ers te vragen niet te doneren (overigens staat een MSM’er niet gelijk seksuele geaardheid. Mannen die een heteroseksueel bestaan leiden maar MSM-contact hebben kunnen geen bloed geven) dan lijkt me dat een argument dat niet simpelweg opzij kan worden geschoven. Het gaat hier niet om een waardeoordeel. Mensen die seks hebben waarvoor ze worden betaald met geld of drugs kunnen eveneens geen bloed geven, terwijl er ongetwijfeld mensen zijn in die categorie die bloed hebben dat vrij is van pathogenen – statistisch gezien is alleen de kans op de aanwezigheid van zulke voor de ontvanger gevaarlijke pathogenen marginaal groter, dus kunnen ze geen bloed geven.
Als er een betere manier is om risico’s in te schatten en de juiste donoren te selecteren moet de bloedbank die kunnen gebruiken. Natuurlijk kan een vragenlijst goed werken, maar het risico blijft bij een actieve MSM’er per per definitie hoger dan bij een actieve man die seks heeft met vrouwen: in het geval dat de partner ook andere contacten erop nahoudt is het risico dat die een infectieziekte opdoet om epidemiologische redenen voor een MSM-partner hoger dan voor een VSM-partner.
Discriminatie op basis van onredelijkheid lijkt me iets dat zoveel mogelijk moet worden bestreden. Of bloeddonatie nou het onderwerp is waar je je emancipatoire focus op zou moeten richten lijkt mij twijfelachtig. Onderwerpen waar mensen op basis van hun seksuele geaardheid (en dus niet op hun gedrag) de toegang tot maatschappelijke goodies wordt ontzegd lijken me belangrijker dan het opeisen van de mogelijkheid om iets te doen waar je zelf niet eens een tastbare beloning voor krijgt, en waarvan je nu op veiligheidsgronden wordt verzocht af te zien.
20.04.2012
14:02
Ik vind dat er best wat meer nuance mag zijn in dit onderwerp. Men gebruikt nu statistiek om te rechtvaardigen dat men een hele bevolkingsgroep uitsluit.
Mannen die seks hebben met mannen hebben niet per se anale seks met elkaar. Ook zijn er genoeg MSM die een monogame relatie hebben. Aan de andere kant kunnen ook onder andere hetero vrouwen vergelijkbaar risico gedrag vertonen, en hier wordt ook al onderscheid op gemaakt.
Dit soort nuance verschillen worden ook onderzocht door verscheidene instanties en de prevalentie is aanzienlijk hoger/lager bij enkele subgroepen. Al de factor 10 terguggebracht kan worden tot een aanvaardbaar percentage zie ik niet in waarom de optie MSM nog bij voorbaat uitgesloten zou
moeten worden.
zie ook http://www.soaaids.nl
20.04.2012
13:00
Als ik het goed heb, is dat als je als man je op het formulier voor de bloeddonatie invult dat je seks hebt gehad met mannen je geen bloed mag doneren, ongeacht of dat onveilige seks met een groot aantal partners, of dat het met één persoon is met wie je een monogame relatie hebt. Het lijkt me ook sterk dat de Tweede Kamer hier geen onderscheid in wil maken. Het is dus een beetje flauw om de gemiddelde infectieprevalentie van alle MSM door te rekenen naar HIV-besmettingen bij bloedontvangers, ipv een verschil te maken tussen monogame en niet monogame MSM.
In het tweede deel van je stuk lijk je als eerste te suggereren dat de wil van MSM om bloed te doneren niet ‘zuiver’ zou zijn. Ze willen, net als hetero’s, dat ‘warme gevoel’. Maar ik denk dat het juist komt uit het verlangen niet gediscrimineerd te worden. Ze willen dus niet iets positiefs ervaren, maar juist iets negatiefs (discriminatie), niet ervaren.
Ten tweede kom je nog met donoren die vooral gratis willen kijken of ze HIV hebben, met een link naar een artikel over de situatie in Sao Paulo. Dit lijkt me irrelevant voor Nederland, aangezien je je hier gratis kan testen.