De aantrekkelijkheid van vrijwilligers
Verschenen in Focus, Nieuws, Volkskrant
Mannen die vrijwilligerswerk doen, krijgen meer kinderen. Dat is de uitkomst van een Amerikaans onderzoek naar sociaal gedrag van een groep mensen die al 60 jaar gevolgd wordt (Plos One, April 2012). Waarom mensen vrijwilligerswerk doen, waarom mensen überhaupt iets voor anderen doen zonder dat ze er iets voor terugkrijgen, is onder evolutionair biologen al jaren onderwerp van debat. Iemand die iets weggeeft, verlaagt daarmee zijn eigen kans op overleven en verhoogt die van een ander; daarom zijn er maar heel weinig diersoorten geevolueerd die dat doen. Een uitzondering vormt de mens, die zelfs bloed weggeeft en (hoewel soms na enig wikken en wegen) aan ontwikkelingssamenwerking doet. Dit onderzoek biedt een verklaring voor hoe het kan dat mensen die goede daden verrichten nog niet uitgestorven zijn: aardige mensen krijgen meer kinderen.
Maar waarom krijgen aardige mensen meer kinderen? De onderzoekers, een Weens antropologenechtpaar, vermoeden dat mannen die vrijwilligerswerk doen ook een groter sociaal netwerk hebben. Dat zou reden zijn voor vrouwen om op zulke mannen te vallen- vrijwilligerswerk is uiting van een algemenere karaktertrek, waar voor de vrouw voordelen aanzitten. De onderzoekers suggereren dat er voor de vrouw en haar kinderen wat kruimeltjes overschieten van zijn sociale eigenschappen.
Een andere verklaring voor het feit dat mensen sociaal zijn, is dat het weggeven van iets een statussymbool is. Als je geld weggeeft, kun je je dat blijkbaar veroorloven. Als je echt rijk bent, kun je heel veel geld weggeven- of iets wat nog kostbaarder is: tijd. Er zijn gevallen bekend van miljonairs die soep opscheppen voor daklozen. Tijd is voor henzelf schaarser dan geld, en dus ‘duurder’ om weg te geven. Dat is lovenswaardig, maar de daklozen willen voor het equivalent van het uurloon van de oliemagnaat waarschijnlijk best zelf hun soep opscheppen. Oftewel, het doel van vrijwilligerswerk is niet altijd om iets te doen wat zo nuttig mogelijk is, maar om iets te doen wat van jou een zo groot mogelijk offer vergt- zodat je toont wat een aantrekkelijke huwelijkspartij je bent.
Andere onderzoekers geloven dat sociaal gedrag puur showgedrag is, zonder enig verband met andere eigenschappen. Hoe meer iemand weggeeft, des te aantrekkelijker is hij; maar eventuele partners kunnen er niets uit herleiden over hoe rijk de vrijwilliger is, of hoeveel tijd hij heeft, zoals bij de vorige theorie. Het is genoeg dat vrouwen op het gebaar vallen, en vervolgens kinderen krijgen die zelf ook weer aardig zijn, of op hun beurt op aardige partners vallen. Op die manier kan de eigenschap ‘aardig zijn’ zich ook vermenigvuldigen in de populatie.
Op basis van het verband tussen vrijwilligerswerk en hoeveel kinderen iemand heeft, kunnen we geen van de bovenstaande drie theorieën verwerpen. Het zou zelfs kunnen dat alle verklaringen ernaast zitten en dat vrijwilligers helemaal niet meer kinderen hebben dan niet-vrijwilligers. Vrouwen die in hun vruchtbare periode van de maand zijn, vallen zelfs vaker op ‘mannelijke’ gezichten met brede kaken en smalle lippen. Op mannen met testosterongezichten dus, die niet bepaald uitstralen dat ze heel aardig zijn. Een laatste mogelijkheid is dus dat vrijwilligers alleen maar denken dat ze zoveel kinderen hebben, terwijl die eigenlijk een andere biologische vader hebben, die iets beters te doen had dan vrijwilligerswerk. Maar dan blijft het een raadsel hoe het komt dat vrijwilligers nog niet uitgestorven zijn.
28.04.2012
12:17
Prachtig verhaal maar -en dat is niet verwonderlijk omdat het om een verafschuwde minderheid in Nld. betreft “want het is hun eigen schuld; er is werk genoeg ed.”- mensen met een bijstandsuitkering moeten verplicht vrijwilligerswerk doen anders raken zij een gedeelte van hun uitkering kwijt. Dit ter aanvulling? Groeten.
27.04.2012
20:09
Een interessant stuk, Eva!
Het is volgens mij wel psychologisch verantwoord om te zeggen, dat als de mens ontdekt dat een bepaalde manier van handelen werkt, dat hij geneigd is, om op die manier door te gaan. En zo kan het gebeuren, dat mensen op slechts een manier tegen de wereld aankijken, en dat bepaald al hun denken en handelen. Voor sommige mensen is dat hun geloof, en zij passen alles binnen dit kader (ook wetenschap). Voor andere mensen is dit wetenschap, en zij plaatsen alles binnen dat kader (ook geloof).
Maar wat zo interessant is, is dat je bij beide gezichtspunten dingen tegenkomt, die er niet helemaal goed in lijken te passen.
Zo zijn er mensen die sommige dingen vanuit een gelovig kader bekijken, waarvan je zegt, als je dit vanuit een wetenschappelijk kader zou bekijken, dan lijkt het op die manier simpelweg beter te kloppen. Omgekeerd, zijn er volgens mij ook dingen, die beter in een gelovig kader lijken te passen, dan in een wetenschappelijk kader.
En als je vrijwilligerswerk als een vorm van altruïsme zou zien, dan is dat volgens mij zo’n voorbeeld. Nu heeft Barbara al eens een prachtige wetenschappelijke verklaring gegeven voor altruïsme, maar net zoals bij psychologie geldt dan, als je eenmaal weet hoe het werkt, kan je objectief beoordelen of het voor jezelf wel evolutionair voordelig is, en dan wordt het een bewuste keuze.
Is vrijwilligerswerk evolutionair voordelig in onze samenleving, waarin wij zelf aan de hand van heel andere maatstaven bepalen of we wel of geen kinderen willen? Ik denk dat het geen betekenisvolle rol speelt. En terzelfder tijd denk ik, dat dit mensen er niet van zal weerhouden om toch vrijwilligerswerk te doen.
Sommige mensen zeggen: de mens is ‘top of the foodchain’ en de rest is niet belangrijk. Anderen mensen zeggen: de mens is de kroon op de schepping, en de rest is niet belangrijk. En dan heb je mensen zoals ik, die zeggen: wij hebben een beetje van allebei.