Dagelijks worden door onderzoekers nieuwe gen-variaties ontdekt die mogelijk betrokken zijn bij allerlei ziektes, uiterlijke kenmerken en gedrag. Soms worden deze ontdekkingen door de (populaire) media volledig uit hun verband getrokken. Vier opmerkelijke ‘krantenkoppen’ op nu.nl.
“Gen geeft vrouwen meer bedpartners”
In deze studie kregen 150 studenten een vragenlijst over hun liefdesleven, vervolgens werd de variatie in genen betrokken bij het immuunsysteem bekeken. Vrouwen met veel variatie in het MHC (major histocompatibiliteit)-gen zouden meer bedpartners hebben gehad. Het gaat hier dus niet om een “gen voor aantrekkelijkheid”, maar om variaties in een gen die kunnen leiden tot kleine verschillen in het uiterlijk en de geur van zweet, waardoor vrouwen misschien iets aantrekkelijker zouden zijn. Het is jammer dat nu.nl geen aandacht besteed aan het feit dat veel variatie in het MHC-gen zorgt voor een betere algehele gezondheid. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dus eigenlijk dat gezondere vrouwen aantrekkelijker zijn…
“Gen-ontdekking moet föhn overbodig maken”
In deze studie, gepubliceerd in het gerenommeerde tijdschrift “The American Journal of Human Genetics”, volgden Britse onderzoekers 5000 tweelingen. Zij ontdekten variaties in het trichohyaline-gen dat kan voorspellen of iemand steil of krullend haar zal krijgen.
Maar wat die föhn er mee te maken heeft? De praktische toepassing van dit onderzoek ligt meer in de richting van de forensische biologie, waarbij haren en DNA-sporen daders in een misdrijf kunnen helpen opsporen. Het krijgen van krullend haar door gentherapie is een droom voor cosmetische bedrijven, maar blijft toekomstmuziek, terwijl op nu.nl wordt gesuggereerd dat we door een pil ons kapsel kunnen veranderen…
“Gen beïnvloedt bindingsangst bij mannen”
De Zweedse onderzoekers namen bij heteroseksuele mannen vragenlijsten af over hun relaties en liefdesleven. De uitkomsten hiervan vergeleken ze met variaties in een gen dat betrokken is bij de werking van het hormoon vasopressine, dat bij muizen invloed heeft op seksueel gedrag. Het resultaat, gepubliceerd in het hooggewaardeeerde tijdschrift PNAS, was dat mannen met meer kopieen van een variant van dit gen minder vaak langdurig getrouwd waren, en vaker relationele crises hadden. Ook de mening van hun partner over de relatie was gerelateerd aan het aantal kopieen van de gen-variatie. De onderzoekers zeggen dat op basis van de genvariatie niet voorspeld kan worden of iemand een goede partner zal zijn – geen item op datingwebsites dus. De term ‘bindingsangst’ is erg ver gezocht, en de titel is een duidelijk voorbeeld van genetische onzin.
“‘Gangster-gen’ ontdekt bij Amerikaanse jongeren”
Deze ‘krantenkop’ suggereert dat Amerikaanse jongeren een gen hebben waardoor ze gekleed in afzakkende broeken’s nachts met pistolen door achterbuurten van grote steden trekken. De werkelijkheid is natuurlijk veel subtieler: bij een gezondheidsstudie in Florida werd aan 2000 jongeren onder andere gevraagd of ze ooit bij een bende hadden gezeten en of ze wapens hadden gebruikt. Deze resultaten werden vergeleken met de activiteit van Monoamine Oxidase A (MAOA), een gen dat al in verband was gebracht met asociaal gedrag. Mannen met een lage MAOA-acitiveit waren vaker lid (geweest) van een bende en gebruikten vaker wapens. Er is dus geen gangster-gen ontdekt maar een gen-variatie geassocieerd met crimineel gedrag.
Het moge duidelijk zijn dat in slechts één van deze stukjes het gaat om de ontdekking van een ‘nieuw’ gen dat betrokken is bij een uiterlijk kenmerk, in de andere gevallen werden nieuwe relaties gelegd tussen genvariaties en een bepaald gedrag.
De ‘spannende’ titels van de artikelen trekken de aandacht van de internetter, maar echt aandachtig worden deze waarschijnlijk niet gelezen, gezien de korte bezoektijd aan dit soort websites. Zo wordt het onjuiste beeld geschapen dat er voor elk gedrag een ‘gen’ bestaat. Nu.nl wil dus duidelijk lezers trekken en is minder geinteresseerd in de echte wetenschap. Jammer voor een zeer goed bezochte website die een rol zou kunnen spelen in een beter begrip van genetica bij het algemene publiek.
25.05.2010
08:43
Waar voorbij aan wordt gegaan in de media (en veel mede-wetenschappers overigens) is dat genetica (tegenwoordig althans) meer onderzoek doet naar gen variatie dan nieuwe genen ontdekken. Als je de recente literatuur leest over ‘genetica’ gaat het bijna altijd over variaties van een al bekend gen en die variaties zijn wel degelijk van grote invloed op de functie van het te vormen eiwit. Je kunt echter niet verwachten dat ‘de genetici’ elke gedragsvorm, ziekte, etc kunnen koppelen aan een enkel gen. Uitzonderingen daargelaten, zorgen de meeste variaties voor een verhoging of verlaging van een risico.
Het Human Genome Project heeft inderdaad niet voldaan aan de verwachtingen, maar dat lag aan de verwachtingen en niet het project (het idee dat je met slechts 30.000 genen alle mogelijke variaties binnen en tussen soorten kan verklaren is achteraf wat naief gebleken). Zoals al aangegeven door Patrick, bepalen combinaties en interacties in grote mate de ontwikkeling, gedrag en ziektes. Dat geldt echter niet alleen voor biologische interacties, maar ook voor genen en variaties van die genen. Het vinden en onderzoeken van die genen is dus alles behalve zinloos.
Overigens is epigenetica ook gewoon genetica.
15.04.2010
13:22
My 2 cents,
… En de eerst blinde voelde de staart van de olifant en zei: Een olifant is een kort dun beestje, met een kwastige achterkant…
… En de tweede blinde voelde de oren van de olifant en zei: Een olifant is een groot plat beest, met een borstelige beharing…
… En de derde blinde voelde de poot van de olifant en zei: Een olifant is een dik rond beest, met 3 stevige nagels.
… En de vierde blinde… (moet ik nog doorgaan?)
Wij tasten nog in het duister over de échte invloed van genotypische kenmerken op de fenotypische. Belangrijk daarin is volgens mij ook dat een groot aantal factoren (de normale omgeving van elk individu) ook een grote invloed heeft.
Nog zo een:
Zelfs ‘exacte fysische verschijnselen’ als het laten vallen van een balletje in een bak water, levert elke keer een ander effect (al lijken ze op elkaar op een bepaald niveau).
Zie http://www.npr.org/templates/story/story.php?storyId=100333707&ft=2&f=510221 voor wat voorbeelden.
Dit alles wil echter niet zeggen, Patrick, dat we uiteindelijk niet achter de werkelijke gedaante van die olifant kunnen komen. Met een open vizier, zonder de uitkomsten van andere onderzoeken te veroordelen, zoeken naar het grotere plaatje waarin deze bevindingen wél passen. Of het grotere plaatje schetsen, waaruit zó helder blijkt dat die andere onderzoeken doodlopende wegen zijn, dat ze om die reden in de rimpels van de golven verdwijnen…
09.04.2010
04:47
Leuk stuk Eva!
Andrea
08.04.2010
15:35
Patrick, natuurlijk is het menselijk lichaam (of zelfs: de wereld!) complexer dan alleen met genetica verklaard kan worden, maar de genetica speelt wel degelijk een grote rol bij het bepalen hoe een mens zich ontwikkelt, wat voor oogkleur hij heeft, hoe het haar zal krullen, of hij aanleg heeft voor obesitas, of bepaalde ziekten zal kunnen krijgen. Ik krijg van de genoemde onderzoeken niet het idee dat ze De Mens in z’n geheel willen verklaren, maar dat ze een klein beetje dichter bij het begrip van de menselijke natuur (en de rol die genen hierin spelen) willen komen.
Als wetenschapper probeer je het geheel niet uit het oog te verliezen, maar toch in te zoomen op de details om langzaam maar zeker wijzer te worden. Ik zou het een vreemde stelling vinden als we met z’n allen de handen ten hemel zouden werpen, zouden roepen “het is allemaal zo complex, een groot fenomeen, we kunnen het niet één twee drie verklaren”, en vervolgens de pipet aan de wilgen zouden hangen.
Of emergentie daadwerkelijk zo belangrijk is als jij suggereert weet ik niet, wat ik wel weet is dat, emergentie of geen emergentie, de rol van onze genen bewezen niet ten onder gaat in de zee van andere mechanismen en aspecten die de mens maakt tot wat ze is.
08.04.2010
13:54
Barbara, dat is ook niet precies wat ik zeg.
Wat ik wel zeg is dat genetica ‘at large’ een kansloze bezigheid is. Het is gestoeld op principes die geen gelding hebben in het soort systeem waarop ze worden toegepast. Restanten uit het tijdperk van het ‘clockwork universe’. Een tijdperk dat allang had moeten worden afgesloten nu chaos en complexiteit (holisme) enigszins mainstream begint te worden.
Het menselijk lichaam, zeker op dat niveau van beschouwing is een complex self-organizing system. Daar is in verregaande mate sprake van chaos en emergentie. Dat valt niet op klassieke wijze te analyseren. Het is zelfs nog maar de vraag of de wetten van de thermodynamica dezelfde gelding hebben. Leven / een levend systeem is nou niet bepaald op weg naar grotere entropie, integendeel.
Het lichaam is geen mechaniek dat met voldoende rekenkracht kan worden doorgrond. Er is sprake van een heleboel zaken waar nog helemaal geen wiskunde of wetenschap voor bestaat, het soort wiskunde dat zich er wel mee bezighoudt heet niet voor niets: ‘experimental mathematics’. Zoals bijvoorbeeld dat emergente gedrag. Dat is gedrag van een geheel dat niet is te herleiden tot de delen. Daar heeft het geheel terugkoppeling op de delen. Daar geldt het superpositiebeginsel niet. En als dit klinkt als bull shit bingo, kort door de bocht stel ik dat wetenschap helemaal geen grip heeft over dit soort zaken. Er bestaan geen algebraïsche noch numerieke methoden om zulke systeem te modelleren. Noem het de tovenarij van moeder natuur.
Een kort voorbeeld voor wat betreft twee verschijnselen die maken dat genetica kansloos is:
1. stigmergie. Eenvoudige componenten veroorzaken middels eenvoudige interacties extreem complexe zelf-organiserende systemen. Hoe dat werkt en waar die diepere ordening vandaan komt, weet niemand. Het hele menselijke lichaam en zeker morphogenese zit stikbombarstensvol met stigmergische mechanismen.
2. emergentie. Delen tellen op onbekende manier op tot een geheel. Zo kan het explosieve en brandbare zuurstof samen met het explosieve en brandbare waterstof samen gewoon bluswater opleveren. Er is geen enkele analyse mogelijk aan het systeem water waaruit dat te verklaren is op basis van eigenschappen van de deelsystemen water en zuurstof. En dit is nog een extreem eenvoudige vorm van emergentie. Het hele menselijke lichaam en zeker morphogenese zit stikbombarstensvol met emergente mechanismen.
Genen en genwolken proberen te relateren aan ziekten of eigenschappen is een kansloze bezigheid.
Waar het artikel wel heel erg gelijk heeft, is dat kranten en media in principe gewoon onzin verkopen. Als de onzin maar goed verkoopt en niet te zwaar verteerbaar is. We leven in de hapsnap-maatschappij.
08.04.2010
11:41
Patrick, dat epigenetische factoren, bacteriën en virussen een rol spelen bij de ontwikkeling van een mens wil niet zeggen dat de genetica meteen “kansloos” genoemd kan worden.
In tegendeel, de onderzoeken die Eva beschrijft geven aan dat er – ONDANKS mogelijke verschillen in microflora etc. – verbanden gevonden worden tussen de aanwezigheid van een bepaalde genvariatie en een type gedrag. Die verbanden zouden er niet zijn als DNA in feite ‘kolder’ is.
Leuk stuk trouwens, Eva! En een zeer terechte vingertik voor de vervorming van wetenschappelijke resultaten door de populaire media. Hoewel het leuk werkt als aandachtstrekkertje schiet een ‘coole kop’ z’n doel voorbij als het feitelijke onwaarheden verkondigt.
08.04.2010
09:47
Dit roepen genetici natuurlijk over zichzelf af. Het hele vakgebied is ongekend aan het falen. Er zijn al insiders die het zoeken naar genen of genwolken in relatie tot ziektes ‘recreational genetics’ noemen. Omdat het gewoon zinloos is.
Het hele vakgebied lijkt niets te hebben geleerd van de enorme mislukking van het Human Genome Project. De beloofde genetisch mapping bleek niet te bestaan maar desondanks blijven er mensen onderzoek doen dat in feite gebaseerd is op de pre-HGP aannames.
Inmiddels is duidelijk dat er ook sprake is van een uitgebreide epigenetische mapping. Daar is nog vrijwel niets over bekend.
Vervolgens bleek dat de zogenaamde microbioom ook van invloed is. Een mens is een symbiose tussen de bacteriele cellen en de menselijke cellen en bestaat in feite uit veel meer bacterieel DNA dan menselijk DNA, er blijkt sprake van een uitgebreide wisselwerking bij ieders genetische processen. Daar is vrijwel nog niets over bekend.
Vervolgens is de laatste jaren aan het blijken dat virussen (wat feitelijk gewoon DNA of RNA-pakketjes zijn) een veel grotere rol spelen in genetische processen dan gedacht. Virussen zijn zo alom aanwezig dat ze een soort holistisch proces van informatie-uitwisseling tussen organismen denkbaar maken. Daar is vrijwel nog niets over bekend.
Kortom, hoe meer ze onderzoeken, hoe onevenredig meer informatie ze te verwerken krijgen, die genetici. En het einde lijkt nog lang niet in zicht. Het lijkt een compleet kansloos gebeuren aan het worden.
Het idee dat DNA de blueprint of life is, is in ieder geval complete kolder gebleken. Je zou bijna gaan denken dat die Rupert Sheldrake met zijn morfogenetische velden toch nog meer gelijk gaat krijgen dan ze destijds allemaal dachten.