Donderdag werd de Anatomische Les in het Concertgebouw gehouden. Dit jaarlijks evenement wordt georganiseerd door het Academisch Medisch Centrum/Universiteit van Amsterdam en laat altijd een vooraanstaande wetenschapper te woord komen. De gastspreker van dit jaar was de Zweedse geneticus Svante Pääbo, hoofd van het Max Planck Institut für evolutionäre Anthropologie in Leipzig.
Pääbo is gefascineerd van de vraag wat een mens een mens maakt. Waarom kunnen wij praten, waarom maken wij kunst? Wat is in onze hersenen anders dan bij onze soortgenoten? Om het antwoord op deze vragen een stapje dichterbij te komen maakt hij gebruik van genetica.
We kennen de sequentie van het menselijk erfmateriaal, en die van een aantal mensapen: de chimpansee, de gorilla, en de orang-utan. De sequentie van de bonobo is ook onderweg. Om te begrijpen wat ons van onze neven onderscheidt vergelijkt men onze DNA met elkaar. We zijn voor meer dan 94% identiek, maar door de stukken die niet gelijk zijn heeft men kunnen concluderen dat we meer dan 4.5 miljoen jaar geleden van de chimpansee, en waarschijnlijk ook de bonobo afsplitsten. Wat de veranderingen in specifieke genen betekenen is veel lastiger te bepalen- er wordt hard aan gewerkt.
Pääbo heeft de volgende stap in dit vergelijkend onderzoek gezet. Hij wil het erfmateriaal van een nader, weliswaar al uitgestorven verwante van ons ontrafelen- de Neanderthaler.
En dat is helemaal niet zo makkelijk. De Neanderthaler is ongeveer 30.000 jaar geleden uitgestorven. Het enige materiaal dat nu nog te vinden is zijn botten, en de DNA is meestal door de jaren heen stuk gegaan. Denk eens aan de vondst in Nederland deze zomer van de tot nog toe oudste Neanderthaler- een klein fragment bot van de schedel van 50-60.000 jaar oud die lange tijd ergens op de zeebodem heeft gelegen. Totaal ongeschikt om er erfmateriaal uit te winnen. Maar de kleine kans om nog erfmateriaal te vinden hield Pääbo en zijn collega’s niet tegen: ze onderzochten de botten uit verschillende gebieden in Eurasie, en slaagden er uiteindelijk in om DNA uit de vondsten in Noordspanje en Kroatie te isoleren.
Om een kaart van het erfmateriaal te maken bleek ook een moeilijke taak. Het erfmateriaal bestaat uit 3 miljard basenparen en in de botten bevatten fragmenten van hooguit 60 baseparen – waardoor de wetenschappers voor een puzzel met miljoenen kleine stukjes kwamen te staan. Nieuwe ontwikkelingen in de moleculaire biologie en de data analyse maakten het identificeren en samenvoegen van deze stukjes überhaupt eerst mogelijk. Inmiddels zijn meer dan 60% van het Neanderthaler genoom bekend, en Pääbo voorspelt dat hij en zijn team het Neanderthal genome project over 2 a 3 jaar afgerond hebben.
Wat nu al duidelijk wordt is dat de Neanderthaler veel meer op ons lijkt dan op de mensapen. En we kunnen uit de nu bekende data al bepalen dat we ongeveer 800.000 jaar geleden van elkaar afsplitsten.
Hoeveel we met de Neanderthaler gemeenschappelijk hebben, en wat de verschillen uitmaken moet nog blijken als de hele sequentie bekend is. We zullen dan waarschijnlijk een aantal interessante vragen kunnen beantwoorden.
Neanderthalers en de mens hebben bij voorbeeld voor meerdere duizend jaren naast elkaar geleeft. Hebben ze ook gezamelijk kinderen verwekt? Heeft er in de ontwikkeling van de mens positieve selectie a la Darwin plaats gevonden- immers zijn wij succesvol geweest, en de Neanderthaler niet? Zijn er bepaalde veranderingen in genen te zien die bij de mensaap nog niet optreden en bij de Neanderthaler al wel? Welke veranderingen zijn alleen bij de mens te vinden, en wat voor gevolgen hebben deze veranderingen in de genen? Veel interessante vraagstellingen dus.
De rede van Pääbo was fascinerend- en zoals vaak bij spannend onderzoek gebeurt- hij liet het publiek na het beantwoorden van een paar problemen met nog veel meer vragen achter. Als je een indruk van Svante Pääbo wilt krijgen: hier een recent interview met hem op youTube.
26.02.2010
23:03
website http://www.wetenschap-eindtijd.com
Maria
26.02.2010
23:02
Hallo Monica,
Misschien vind je interessant om te weten….
Dat wat de mens een mens maakt een hersendefect is, genaamd het corpus callosum oftewel de verkalkte brug tussen de linker- en rechterhersenhelft.
Deze brug is bij de dieren intact, waardoor de twee hersenhelften in evenwicht zijn.
Het was onderdeel van het levenswerk van Siegfried Bok, ex medisch researcher en kankerresearcher.
Voor mij was dit een grote eye-opener in mijn zoeken naar waarom is alles zoals het is en wat is de mens.
Met groeten van Maria
11.11.2009
22:15
@ Harald v.K.
ja. grappig, niet waar, dat we niet blijken af te stammen van de Neanderthaler maar dat we slechts een gemeenschappelijke voorouder blijken te hebben. Het schijnt zelfs dat de Neanderthaler veel eerder naar Eurasie is gekomen, zich tijdens koude perioden terug trok in hollen. En pas veel later waarschijnlijk met onze direkte voorouder in aanraking is gekomen, die toen pas vanuit Africa kwam.
Het mooie is ook hoe Pääbo bij zijn studie is gekomen- en hoe hij weer bij zijn jeugdpassie is beland – de studie van de oudheid. Hij had namelijk eerst aegyptologie gestudeerd- maar gezien dat voornamelijk het vertalen van oude schriften bleek in te houden haakte hij snel af en studeerde toch maar geneeskunde. Tijdens zijn promotieonderzoek in immunologie besloot hij in het geheim een mummie te sequencen- en dat heeft hem nooit meer losgelaten. Dat noem ik dus een wetenschapper pur sang!
10.11.2009
16:05
My 2 cents,
Erg goed verhaal, in eenvoudige taal een van de essentiële vragen in ons bestaan van een antwoord-richting voorzien. Hier en daar had een plaatje het nog verder kunnen verduidelijken.
Wat ik in het filmpje interessant vond was het feit dat Pääbo noemde dat Neanderthalers niet onze voorouders zijn. Hij had het erover dat zij een ‘oudere’ lijn in de evolutie vormen, die tot 500.000 jaar terugging, terwijl de vroegste mens zo’n 100.000 jaar geleden ‘ontstond’. Dat heb ik altijd anders geleerd.
Ook de argumentatie: relatief weinig variatie in het genoom, door de generaties heen, vond ik een goede observatie die ‘klopt’ met het totaalverhaal.
Waar we wel voor uit moeten kijken is dat ons beeld van de geschiedenis en ons ontstaan niet bepaald wordt door een paar artefacten, die voeding zijn voor denkbeelden (die er wel eens goed naast zouden kunnen zitten!). Maar dat ving hij goed op door te relativeren wat hij deed (‘we weten alleen dat we nog maar zó weinig weten en moeten erg voorzichtig zijn met conclusies’): erg indrukwekkend.
@MarkvP: dat boekje lijkt me inderdaad de moeite waard!
09.11.2009
17:49
Hallo Monika
ik was er donderdag ook bij. Een genie, die Paabo. Dingen onderzoeken die niemand nog onderzocht (paleo-genetica), met technieken die toen nog niet bestonden (DNA isoleren uit botten en haar van uitgestorven dieren, zoals de tasmaanse tijger), en het nog voor elkaar krijgen ook.
En Pleuni: inderdaad, foxP2 passeerde de revu ook nog even. ze hebben het gen zelfs in muizen gezet, en naar de verschillen gekeken met wild-type muizen (met hun eigen foxP2). Muizen met het menselijke foxP2 taal-gen vocaliseerden anders (wat dat ook precies moge betekenen), ze waren doorgaans iets voorzichtiger in hun gedrag. Ook werden er verschillen gevonden in hun hersenen: neuronen vertoonden meer vertakkingen (ik dacht dat ze dat in Cell hadden opgeschreven).
voor geinteresseerden: volkskrant en AMC hebben een boekje over Paabo geschreven; een interview en enkele beschouwingen over zijn werk. geinteresseerden moeten proberen zo’n boekje te pakken te krijgen. erg leuk om te lezen.
09.11.2009
10:00
Hoi Monica,
Ik vind het Neanderthal genoom project ook interessant. Er werd bijvoorbeeld gespeculeerd dat veranderingen in het gen FOX2 ervoor gezorgd hebben dat wij kunnen praten. Maar de onderzoekers in Leipzig vonden dat Neanderthalers dezelfe variant van het gen hebben als wij. Zie http://www.cell.com/current-biology/abstract/S0960-9822(07)02065-9 . Dus moet die variant al voor het splitsen van mens en Neanderthal onstaan zijn.
Nu denken we dat die variant wel nodig is om te praten (mensen bij wie iets mis is met het gen kunnen niet praten) maar niet voldoende. Het is onwaarschijnlijk dat wij en Neanderthalers 800.000 jaar geleden al met elkaar gekletst hebben.