Dit wordt uw eerste buiten-het-lichaam ervaring. En nee, we gebruiken vandaag geen LSD of Pim van Lommel, maar een mooi staaltje biotech:
In de maart editie van Nature Medicine staat een verslag van een fase II klinische studie waarbij HIV-patienten zijn behandeld met gen-therapie, waarvoor hun bloed eerst buiten het lichaam werd geleid.
De onderzoekers hebben bij HIV-patiënten ‘voorloper-witte bloedlichaampjes’ (CD34+ cellen) geïsoleerd en geherprogrammeerd, met de bedoeling ze minder kwetsbaar te maken voor het HIV-virus. Hoe hebben ze dat gedaan? HIV-patiënten moesten hiervoor eerst apharesis ondergaan: het bloed van de patient werd buiten het lichaam gefiltreerd zoals bij een nierdialyse. Er werd een bestanddeel ( in dit geval CD34+cellen) uit het bloed gehaald en de rest van het bloed werd weer het lichaam ingebracht.
CD34+ cellen zijn de stamcellen van de witte bloedlichaampjes welke nog uit kunnen groeien tot alle soorten witte bloedlichaampjes zoals macrofagen, CD8+ en CD4+cellen. Laten die CD4+ cellen nu eens net de natuurlijke gastheer zijn voor HIV! Door CD34+ cellen te herprogrammeren en deze vervolgens te laten uitgroeien kan je mogelijk alle CD4+ cellen herprogrammeren, waardoor ze mogelijk minder vatbaar worden voor de infectie.
De gefiltreerde CD34+ cellen werden in het lab geherprogrammeerd dmv gen-therapie. Het herprogrammeren gebeurt door het inbrengen van nieuw genetisch materiaal in cellen. Deze techniek wordt ook toegepast bij de behandeling van sommige erfelijke aandoeningen, die ontstaan door een niet goed functionerend gen. Men hoopt dat dit ingebrachte ‘gezonde’ genetisch materiaal kan dienen om de ziekte te genezen. Bij dit onderzoek probeerden de onderzoekers de CD4+ cellen resistent te maken voor HIV-infectie door het OZ1 gen in te brengen in de voorloper CD34+cellen.
OZ1 heeft als eigenschap dat het HIV RNA (DNA) opeet. Dus een cel die een werkzaam OZ1-eiwit bevat, zal niet toestaan dat er een infectie van HIV in die cel plaatsvindt. In een reageerbuis werkt dit prachtig (pre-klinisch onderzoek) en in een kleine groep gezonde mensen bleek het veilig (klinisch fase I onderzoek).
Hierna volgde klinisch fase II onderzoek, waarvoor vierenzeventig HIV-patiënten zich hebben laten behandelen met hun eigen, resistent gemaakte, CD34+ cellen. In dit fase II onderzoek probeert men te bewijzen dat de therapie ook daadwerkelijk effectief is. Het belangrijkste criterium dat gehaald moest worden was dat de therapie leidde tot een significante verlaging van de hoeveelheid virus in het bloed (=viral load). Dit criterium is belangrijk omdat:
1) Je bij een lagere viral load minder kans hebt op resistentie voor andere, reeds bestaande behandelingen, bv antivirale medicatie.
2) Een lage viral load een verlaagde kans op verspreiding van het virus naar een nieuw slachtoffer geeft
De resultaten van deze studie leverden interessante informatie op. Het slechte nieuws: de therapie leidde tot een verlaging van de hoeveelheid virus in het bloed, maar deze was niet significant. Het goede nieuws: de behandelde mensen hadden een lagere viral load t.o.v. de mensen uit de controle-groep. Daarnaast werd er gevonden dat de behandelde patiënten meer wittebloedlichaampjes hadden dan de controles. Conclusie: de therapie werkt dus, maar nog niet goed genoeg.
Er blijkt nog (een hoop) te moeten worden bijgeschaafd aan de techniek: de OZ1-constructen die de witte bloedlichaampjes herprogrammeren kunnen effectiever en de hergeprogrammeerde CD34+ cellen zouden beter naar de cruciale plekken kunnen worden gedirigeerd (zoals het beenmerg).
Veel belangrijker is echter dat er nu voor het eerst in de geschiedenis een aanzienlijk klinisch onderzoek is geweest dat aantoont dat gentherapie op cellen veilig is en werkt. Er zijn geen serieuze bijwerkingen in alle patiënten die deze ‘cel-therapie’ hebben ondergaan gevonden (nog bij de actieve deelnemers, nog bij de placebo controles). Het gevonden gegeven dat voor zowel de patiënten, de onderzoekers, en de overheden (zoals de FDA, EMEA) de technieken uitvoerbaar, zinvol en veilig zijn, opent deuren voor veel meer van dit type toepassingen.
31.03.2009
13:14
wij hebben net deze paper besproken in de wekelijkse literatuur-club, en er is niet veel van heel gebleven. Vooral het verschil tussen OZ1 en de controle groep was echt non-existent, en zo waren er nog meer weg-gemoffelde dingen in de ‘supplemental data’ (dwz grafieken die niet in het artikel waren afgedrukt en die je zelf op de nature internetsite erbij moet zoeken).
Ik denk dat de conclusie is: gentherapie is relatief veilig, maar in dit geval werkte de therapie voor geen meter.
Dit was fase 2 clinical trial. Ik denk niet dat er een fase 3 komt.
30.03.2009
09:04
Ha…Een type-O eerste klas: Het moet natuurlijk niet DNA zijn maar RNA. Ribozymen herkennen RNA. HIV is een RNA virus en OZ1 herkent geconserveerde stuk van het HIV RNA. Hierdoor kan geen infectie plaatsvinden. Ik pas het aan in de tekst.
27.03.2009
16:47
Op welk moment wordt HIV DNA ‘opgegeten’ dan? Er wordt RNA de cel ingebracht en dit wordt in DNA herschreven, wordt het dan op dit moment ‘opgegeten’?
Als dit zo is dan vindt er dus a.h.w eerst infectie van de cel plaats en is er een relatieve korte tijdspanne dat HIV DNA moet worden gevonden. Dat lijkt me een risicovolle schakel, wordt het DNA gemist, dan krijg je integratie in het gastheer DNA en is het allemaal voor niks. Klopt dat?