“Met 2 kinderen per paar en overlevingskansen van baby’s van bijna 100%, is natuurlijke selectie zoals Darwin het bedoelde bijna gestopt.” Dat schrijft een journalist over selectie bij mensen in de wetenschapsbijlage van de Duitse krant ‘die Zeit’. Dat is een goede krant met een goede wetenschapsbijlage. En toch hebben ze het fout.
Bij natuurlijke selectie denken we te vaak aan dieren in de harde natuur. De meesten gaan dood, en sommigen (de best aangepasten) kunnen zich voortplanten. Maar natuurlijke selectie werkt ook zonder sterfte. Het enige dat nodig is, is dat sommige individuen meer nakomelingen krijgen dan anderen, en dat gebeurt ook bij mensen. Denk maar aan de mensen die je kent van boven de 70. Ik weet zeker dat erbij zijn die geen kleinkinderen hebben en anderen die er 5 of 10 hebben. Dat is een groot verschil!
Mensen in west-Europa zijn over het algemeen vrij om te beslissen of ze kinderen willen. En genen spelen een rol bij die keuze. Dat blijkt uit tweeling studies. Ééneiige tweelingen krijgen vaker evenveel kinderen als twee-eiige tweelingen (van hetzelfde geslacht). En het enige verschil tussen ééneiige en twee-eiige tweelingen is dat ééneiige genetisch identiek zijn. Dus als de ééneiige tweelingen in gedrag meer op elkaar lijken dan twee-eiige tweelingen, dan moet er een genetische komponent zijn.
Natuurlijke selectie bij mensen gebeurt. Sommige mensen krijgen meer kinderen dan anderen, en dit is deels genetisch bepaald. Alleen de taal die evolutie biologen normaalgesproken gebruiken past niet goed bij mensen. Bij mensen is iets geks aan de hand. Het zijn niet de sterksten die zich voortplanten en ook niet de “best-aangepasten”, de slimste, rijkste of machtigste der aarde. Maar blijkbaar heel gewone mensen met een of andere genetisch component waardoor ze een ‘fertiel streepje’ voor hebben op de meesten.
01.05.2014
17:46
Graag breng ik nuances aan voor de evolutie-fijnproevers onder ons.
Zoals Pennings terecht opmerkt, gaat evolutie gewoon door, ook al gaan er geen individuen meer voortijdig dood. Immers evolutie werkt door verschillen in de mate waarin individuen zich voortplanten. De dood is maar één van de factoren die invloed heeft op het voortplantingssucces. Het is niet per sé overleving van de sterkste, of zelfs niet van de best aangepaste, maar de van de beste netto-voortplanters. Daarin bestaan bij mensen enorme verschillen. Mensen kiezen voor geen kinderen tot wel meer dan tien kinderen. De evolutie timmert nog steeds keihard aan de weg.
We denken vaak aan aan kenmerken die we als positief zien bij het verklaren van evolutionair succes. Sneller, slimmer, sterker, etcetera. Dit hoeft helemaal niet het geval te zijn. Voor evolutie telt alleen voortplanting. Minder intelligent, minder sterk: het kunnen evolutionaire voordelen zijn. Hersenen verbruiken erg veel energie, spierbundels eveneens.
Bij mensen in westerse landen lijkt het er op dat laagopgeleiden evolutionair succesvoller zijn omdat ze zich vaker voortplanten. Ze beginnen eerder met seks, zijn eerder klaar met de studie en beginnen eerder met een gezin. Ik zie dat religieuze typen, laagopgeleiden en conservatieven meer kinderen krijgen dan vrije geesten. Eigenlijk vind ik dit niet zo’n prettige ontwikkeling.
26.09.2010
18:06
Allereerst heeft natuurlijke selectie vandaag de dag een besef gekregen en dat besef heet ‘mens’. Deze mens, anders dan natuurlijke selectie ons wil doen vermoeden , heeft een component die sterker is dan voorgenoemde. Namelijk het feit dat we door het besef wat mens-eigen is de natuurlijke selectie als ware kunnen ‘sturen’ dan wel ‘manipuleren’. Een simpel voorbeeld is het aantal mensen (6 miljard) wat op Aarde leeft. Hetgeen overigens niet wil zeggen dat natuurlijke selectie helemaal is opgeslokt of uitgestorven. Het is simpelweg overgegaan in een bewust proces. Uiteindelijk moet maar blijken of we met deze verantwoordelijkheid om kunnen gaan…tja het leven blijft toch puzzelen.
23.01.2009
17:22
@Harald
Ik begrijp niet wat je precies bedoelt, je reactie is op verschillende manieren uitlegbaar.
Er vindt geen selectie plaats op de soort. Dat is een leuk idee geweest o.a. van E.O Wilson in de jaren 60 maar het is voornamelijk onzin. Ik weet ook niet zeker of je dit bedoelt.
Wat ik misschien uit je woorden kan afleiden, en wat correct is, is dat de genetische variatie die in een populatie aanwezig is ervoor kan zorgen dat een populatie niet uitsterft maar zich aan kan passen aan veranderende omstandigheden, bijvoorbeeld klimaatsverandering of het schaarser worden van een bepaalde voedselbron.
Dan verwijs ik naar wat ik eerder schreef: die individuen in de populatie die de juiste genetische samenstelling hebben om die veranderingen het hoofd te bieden, bijvoorbeeld omdat ze beter overleven in een warmer klimaat, of gemakkelijker kunnen overgaan naar een alternatieve voedselbron, zullen meer nakomelingen produceren dan die individuen in de populatie die niet de juiste genetische samenstelling hebben en dus niet goed om kunnen gaan met hogere temperaturen of makkelijk van voedselbron kunnen veranderen.
Veranderingen kunnen zo groot zijn dat maar een klein groepje individuen die veranderingen de baas zijn. Dan gaat een populatie door een ‘bottleneck’ en verdwijnt de meeste genetische variatie uit de populatie omdat de meeste individuen geen of niet genoeg nakomelingen kunnen produceren. Het kleine groepje dat wel overleeft is dan de grondlegger van een nieuwe populatie. Het probleem is dat het lang kan duren (o.a. afhankelijk van de generatietijd en mutatiesnelheid) voordat er weer genetische variatie wordt opgebouwd. Komt een volgende verandering in de omgeving te snel dan kan dit de doodsteek zijn voor een populatie en sterft de populatie uit.
Evolutie heeft geen geheugen en bekommert zich niet om soorten. Natuurlijke selectie zorgt ervoor dat die individuen met de hoogste vermenigvuldigingssnelheid, lees: de ‘beste’ genetische compositie gekoppeld aan een bepaalde omgeving, overleven en hun soortgenoten (of een andere soort die competeert voor dezelfde ‘resources’ (ruimte, voedsel etc)) met een lagere reproductiesnelheid verdringen.
22.01.2009
20:23
@Tim
Selectie vindt zeker niet plaats ‘op het individu’ (of slechts in zéér bijzondere gevallen). Selectie vindt plaats op de genenpool die ‘onder’ de soort hangt. Dáárin zit de erfelijkheid en daarmee het voortbestaan van eigenschappen die het best passen bij de omstandigheden.
De effecten die beschreven worden in de eerdere reacties hebben slechts betrekking op het tempo waarmee evolutie plaatsvindt voor de soort (veel mensen met weinig kinderen weinig mensen met veel kinders). Ook in de reacties vind ik weer signalen die ik overal in de maatschappij terugvind: alleen als het snel gaat of te zien is, dan wordt dat als een ‘bewijs’ van de hypothese of stelling gezien.
Evolutie van de mens (homo sapiens) is pas zo’n 35.000 jaar bezig. Even snel geredeneerd zijn dat zo’n 15.000 generaties (één generatie is ongeveer 30 jaar, met een beetje overlap…). Vergelijk dat eens met bijvoorbeeld een fruitvliegje, dat een generatie-cyclus heeft van ongeveer 3 weken.
Het is volgens mij ook een van de redenen dat de mens (als soort) goed moet uitkijken omdat hun aanpassingsvermogen als soort door die lange generatie-cyclus kleiner is dan van menig andere soort.
(Wat ook weer samenhangt met ons vermogen om onze omgeving naar onze hand te zetten, volgens mij).
15.01.2009
15:26
@Matthijs
Selectie vindt altijd plaats op het aantal nakomelingen dat je krijgt. Dat is kortweg de definitie van ‘fitness’.
Evolutie heeft niets te maken met dat de sterkste wint, maar dat de best aangepaste wint. Dat betekend dat de best aangepaste de meeste nakomelingen produceert.
Bijvoorbeeld, een beest dat net iets beter om kan gaan met koude omstandigheden dan z’n buurman omdat ie een dikkere vacht heeft zal daardoor net iets meer nakomelingen produceren dan z’n buurman. De genetische variatie die ervoor zorgt dat ie een dikkere vacht heeft zal worden doorgegeven aan z’n nakomelingen en die zullen ook weer meer kinderen krijgen.
Selectie vindt dus ook niets plaats op ras of op soort maar op het individu.
15.01.2009
09:57
Maar zolang de selectie alleen plaatsvindt op basis van vruchtbaarheid moet je je wel afvragen of dit nog evolutie is. Bij evolutie is de achterliggende gedachte dat variaties van een ras regel moeten strijden met andere variaties. De sterkste wint en plant zich voort waardoor uiteindelijk de variatie voor de hele soort wordt “toegepast”.
14.01.2009
04:10
Ik heb wel eens een vergelijk gelezen tussen een Deense tweeling studie in het begin van de 20e eeuw en in de jaren 70 van de 20e eeuw. Het effect van genen (op hoeveel kinderen iemand kreeg) bleek groter te zijn geworden! De onderzoekers dachten dat het misschien kwam doordat onze genen deels bepalen hoe graag we kinderen willen hebben. In de jaren 70 hadden de mensen in Europa meer keuze vrijheid dan aan het begin van de eeuw, en als mensen kunnen kiezen, is kinderwens bepalend voor of iemand kinderen krijgt. Hoe meer mogelijkheden (ivf etc), hoe meer vrije keuze, hoe belangrijker de kinderwens, en dus (volgens de onderzoekers) hoe belangrijker de genen. In arme landen, of in Europa 100 jaar geleden, bepaalt traditie en geld misschien hoeveel kinderen iemand krijgt – en dat hoeft dan weer niet perse iets met genen te maken hebben.
Ik heb nog even nagezocht, en hier is een link naar een artikel over die tweeling studies:
http://www3.interscience.wiley.com/journal/118571165/abstract
13.01.2009
21:45
@Jacques. Lijkt me ook dat er meer invloeden zijn. Eigenlijk alles wat een effect heeft op het aantal nakomelingen dat je krijgt is belangrijk.
Het aardige is om je te realiseren dat ziektes zoals Parkinson, Alzheimer en een groot aantal soorten kanker pas de kop op steken nadat we uit-vermenigvuldigd zijn. Deze ziektes staan daardoor niet onder natuurlijke selectie en zullen ons altijd het leven zuur blijven maken.
13.01.2009
14:01
Zijn er, buiten de genoemde invloeden, niet veel meer moderne invloeden op de natuurlijke selectie? (in het westen)
.In-vitrofertilisatie en andere kunstmatige technieken
.Kinderen krijgen op latere leeftijd (met name de slimmeren).
.Veel mensenc die weinig kinderen krijgen. Vroeger was dat andersom.
.Meer vermenging van verschillende genetische achtergronden.
.Geen kinderen krijgen door bewuste keuze.
Als je naar de tweede en derde wereld kijkt denk ik dat de verschillen niet zo groot zijn vergeleken met 100 jaar geleden.