Soms komt mijn vak, experimentele economie, me ineens erg werelds voor. Herinner je je die mevrouw die het een half jaar geleden redelijk goed deed als presidentskandidate in Amerika? Uit een studie die gisteren in Psychological Science is verschenen, blijkt dat het geen wonder is dat ze het niet gehaald heeft. Mannen, wordt daarin vastgesteld, worden eerder als leider gekozen als er conflicten spelen met een andere groep. Spelen er conflicten binnen de groep, dan kiest men liever een vrouw.
De onderzoekers lieten proefpersonen het soort spelletje spelen dat experimenteel economen graag doen, een investeringsspel. Je zit met twintig anderen in een zaal en wordt ingedeeld in een groep. Dan moet je beslissen of je een deel van het geld dat je net gekregen hebt, echt geld dus, in een groepsproject stopt of liever zelf houdt. Als je met je groepsgenoten boven een bepaalde drempel uitkomt, krijgen jullie je geld terug, plus een bonus. Maar als alleen jij zo gek bent om te investeren, verlies je je geld.
De onderzoekers, Marc van Vught en Brian Spisak, hebben voor dit onderzoek een deel van de proefpersonen verteld dat hun verdiensten vergeleken werden met die van hun andere groepsgenoten. Je speelt dan dus tegen je medespelers, maar ook samen met hen. Andere groepen liet hij denken dat hun verdiensten vergeleken werden met die van een andere groep- klinkt als oorlog, maar dan wat abstracter, toch? In beide settings mochten mensen een hypothetische groepsleider kiezen. Dat had verder geen enkel effect, de leider had geen invloed op het spel. Maar wat bleek: in de oorlogsetting kozen mensen veel vaker een man als leider dan een vrouw. Sterker nog, als een oorlogsgroep een mannelijke leider had, investeerde die groep meer in het project dan wanneer ze een vrouwelijke leider had. Daarentegen zorgden in de vredesgroepen de vrouwelijke leiders voor meer groepsinkomsten, en vond men hen ook ‘effectievere leiders’.
Nou, de hint is duidelijk: Obama moet de grenzen bewaken, maar Hillary had de binnenlandse problemen opgelost…
03.11.2008
17:19
Van Thatcher tot een fictieve vrouw in het lab in Kent is natuurlijk wel een grote stap. Ik denk ook niet dat je op basis van dit spelletje een uitspraak kunt doen over of dit een instinct is of het resultaat van gewenning. Leuker daarvoor zijn dit soort testjes:
https://implicit.harvard.edu/implicit/demo/takeatest.html
Dolkomisch- je ziet dat je zelf toch een racist bent, en een vrouwenhater (ik ook!, ergere vrouwenhater dan racist. Een twijfelachtige eer.)
03.11.2008
13:49
Margaret Thatcher (tenminste, als de koude oorlog als een oorlog telt)
03.11.2008
13:10
Wat is de experimentele economie toch een prachtig onderzoeksveld! Voor mij is de vraag altijd wanneer de abstractie te ver van de werkelijkheid af gaat staan. Dat heb ik nu een beetje. Of gaat het hier over instincten die we allemaal hebben, maar die we zouden/kunnen leren onderdrukken. Er zijn wel voorbeelden van vrouwelijke oorlogsleiders (Golda Meir, Jeanne d’Arc, ok die laatste is vergezocht).
03.11.2008
11:00
In Ijsland hebben ze je verhaal gelezen hoor, Eva. Twee vrouwen moeten de rommel opruimen in het bankwezen.
Een wedervraag in hetzelfde genre: is Rijkman Groenink met deze wetenschap de juiste man voor ABN AMRO op dit moment?
03.11.2008
10:52
Als product van de jaren 60 had ik gehoopt dat dit niet waar zou zijn. We dachten in die tijd dat het meet een beetje trekken en duwen in de opvoeding wel goed zou komen met deze ideeën. Zijn we daarin niet geslaagd, of zit het dieper in onze genen?